Gesprekken tijdens een verjaardagsfeestje
Vorige week zaterdag ging ik naar een verjaardag bij een vriend van mij. Edwin en ik kennen elkaar al vanaf ons 15e en we zijn samen volwassen geworden. We werkten in dezelfde supermarkt, gingen stappen met een grote groep vrienden, slaagden, vonden een baan en ondanks dat onze levens veranderden, zijn we het contact niet verloren. We hebben een soort stilzwijgende afspraak dat we elke verjaardag bij elkaar aanwezig kunnen zijn. En als het daarbuiten ook nog lukt, zijn dat de krenten in de pap. Maar hoe dan ook, als we elkaar zien is het alsof we elkaar gisteren nog hebben gesproken. En dat is goed.
Tijdens deze verjaardag zag ik eindelijk Edwin z’n moeder ook weer eens. Dat was lang geleden. We raakten aan de praat over van alles en nog wat want kletsen kunnen we allebei heel goed. Dan ineens vraagt ze: “Hee Steef, hoe gaat het eigenlijk met jullie bedrijf?” Trots begin ik te vertellen en van het één komt het ander. “Ik wil een witte kist”, zegt ze ineens. “En jij moet Edwin helpen hoor want dat trekt hij dan echt niet.” Ik moet lachen. Ze zit daar in de zon met een bakkie koffie, in blakende gezondheid en zo tussen alle verjaardagsgeweld door doen we even een voorbespreking. Het gebeurt mij, maar Marcus ook, vaker en wij vinden het niet erg. Als het dan zover is, weten we tenminste wat de wensen zijn en laten we eerlijk zijn; je kan het beter nu zo in de zon onder het genot van een drankje bespreken dan aan de eettafel met de regen tikkend tegen de ruiten omdat het moet.
We kletsen nog even verder en ze zegt ineens: “Die columns die jullie schrijven zijn ook zo mooi. Die moeten jullie bundelen in een boek.” En daarmee is ze niet de eerste die ons die tip geeft. “Jullie geven een inkijkje in jullie dagelijkse werk. Ik vind dat fijn om te lezen. Jullie maken hiermee de dood bespreekbaar.”
En die laatste opmerking vind ik dus het mooiste compliment dat zij ons kan geven. Soms vragen Marcus en ik ons namelijk oprecht af of onze volgers het wel écht willen lezen. Het is toch steeds een confrontatie met verdriet, afscheid en het einde van het leven. Wij kunnen ons voorstellen dat dat het liefste zo ver mogelijk naar de achtergrond moet schuiven. Maar ja, we zeggen ook niet voor niets “Als je dan tóch een uitvaart moet regelen, kom dan maar naar ons.” Het bevestigt in ieder geval weer waar we deze columns voor schrijven. We veranderen bijna van onderwerp maar ze heeft toch nog 1 vraag: “Als ik dan straks ben overleden, zit daar dan ook een verhaal voor een column in?” Zeker, zeg ik haar, vooral om wat Edwin z’n bijdrage dan wordt. “Schrijf dan tegen die tijd ook maar zo’n verhaal over mij”, zegt ze tot besluit. Onderweg terug naar huis bracht ze mij met die laatste vraag ineens op een idee…
We schrijven de column nu, want ook nu zat er een verhaal in. Een bespreking van je uitvaartwensen tijdens een verjaardag. Zo kan het dus ook want ook dat zijn wij…